Publiek vs Privaat

Sinds mijn overstap van een commerciële productieorganisatie naar Holland Inkoop Professionals afgelopen november zijn mij een aantal zaken opgevallen tussen de private en publieke sector. Verschillen, overeenkomsten en leerpunten. In dit artikel worden deze punten beschreven. Eerst zijn in het kort de kenmerken per sector kort benoemd.

Kenmerken privaat

De private sector zijn bedrijven die beheerd worden door particuliere ondernemers. In deze sector is winstgevendheid het belangrijkste doel en heerst er veel concurrentie tussen bedrijven. Deze sector is niet aanbestedingsplichtig.

Kenmerken publiek

De publieke sector is eigendom en wordt beheerd door overheidsinstanties. Het algemene doel is hierbij het dienen van het publiek en/-of burgers. Dit vooral door het bieden van voornamelijk (sociale) diensten. De publieke sector moet zich houden aan de aanbestedingswet.

Verschillen

Beide sectoren hebben hun eigen bestaansreden en doelstellingen. Zo is de private sector voornamelijk gericht op winst en is de publieke sector meer gericht op maatschappelijke doelstellingen. Waar het in het bedrijfsleven normaal is om concurrentie te hebben is dat bij de overheid niet het geval. Overheden kunnen immers niet concurreren met elkaar. Ook zit er een verschil in het inkoopbeleid van beide sectoren. Publiek moet zich houden aan de aanbestedingswet, waarbij privaat dit niet hoeft.

Hierdoor worden onder meer op inkoopgebied bij private organisaties inkoopbeslissingen niet altijd weloverwogen genomen. Het primaire inkoop- en verkoopproces gaat voor. Op tijd leveren is cruciaal om de klant tevreden te houden. Vaak worden hierdoor ad hoc beslissingen genomen die achteraf niet het meest gunstig bleken. Daartegenover staat dat een inkoper in deze sector zich sneller aan marktveranderingen kan aanpassen en heeft het bedrijf vaak betere kennis van de markt.

In het publieke domein is mijn ervaring dat inkoopbeslissingen veelal weloverwogen genomen worden. Het inkoopbeleid is duidelijker en er is een procedure die stapsgewijs wordt doorlopen. Hierdoor worden ad hoc beslissingen minder gemaakt en zijn uitkomsten na een inkooptraject vaak gunstiger voor de klant.

In een publieke organisatie is het aanbestedingsproces leidend en resulteert in de meest geschikte leverancier. In de private sector worden vrijwel dezelfde stappen doorlopen om een goede afweging te maken. Alleen is het juridisch kader niet leidend en kun je als inkoper je onderbuikgevoel laten spreken. Als leverancier A als beste uit de bus komt, kun je alsnog leverancier B kiezen. Hierin kan zowel het succes als de dreiging zitten bij private inkoop. Als inkoper laat je je conditioneren, zolang alles goed loopt met leverancier B. Je neemt geen risico te onderzoeken of het beter kan of neemt niet de stap te wisselen van leverancier.

In het publieke domein is dat anders, de contracten lopen daar na een aantal jaar af. In het nieuwe aanbestedingsproces kunnen dan nieuwe criteria worden aangereikt die de markt uitdaagt het beste uit zichzelf te halen.

Overeenkomsten

In beide sectoren is het van belang de (interne) klant tevreden te stellen, teneinde de organisatiedoelstellingen te behalen. Wat niet betekent alleen maar doen wat de klant wilt, maar samen met hem tot de beste oplossing te komen voor het vraagstuk. Inkopers bewijzen hun meerwaarde door het proces te overzien en iets extra’s voor elkaar te krijgen. Ook streven beide sectoren in principe maatschappelijke doelen na.

Leerpunten

De private sector zou van het publieke domein kunnen leren om soms meer tijd te nemen en minder ad hoc beslissingen te nemen. Daarnaast kan het voor grote inkopen interessant zijn om het als een aanbesteding op te zetten, waardoor er onverwachte nieuwe relaties met leveranciers ontstaan.

De publieke sector zou kunnen leren om meer marktkennis in eigen huis te halen of deze te centraliseren binnen bepaalde overheden.

Gemeenten kunnen gezamenlijk geld bij elkaar leggen voor 3 fte voor bijvoorbeeld een landelijk kenniscentrum gemeentelijke zwembaden. Stel dat er per jaar op 400 gemeenten 10 zwembaden worden gebouwd. Dat maakt het de moeite waard, gezien wat een zwembad kost, om drie personen de hele dag bezig te laten zijn met de ontwikkelingen op die markt en die kennis ter beschikking te stellen aan alle gemeenten. (Stolwijk, 2016)

Hoewel beiden sectoren van elkaar verschillen, is het in ieders belang om kennis te delen en waar het kan best practices toe te passen. Zodat kosten bespaard worden en de inkoop meer professionaliseert.

Geschreven door: Niek van der Meer